Geen wij, maar toch kwam hij naar mij
- Sara

- 8 jul
- 4 minuten om te lezen
De afgelopen week was ik moe. Zo moe dat ik dacht dat ik iets onder de leden had. Ik dacht: als ik nou zo moe blijf, dan ga ik naar de dokter. Elke middag wilde ik het liefst slapen. De zorg voor de kinderen viel me zwaarder dan anders.
Nou hielp het ook niet dat ze niet vooruit te branden waren. Het zal misschien aan het einde van het schooljaar liggen, maar goed. Het leken wel zombies die pas na drie keer vragen in actie kwamen.
Kom jongens, aan tafel. Even je tanden poetsen. Schoenen aan. Ik wil gaan nu. Wat staan jullie toch te treuzelen...
Dood- en doodmoe werd ik ervan.
Ik ging op tijd naar bed, maar werd steeds vroeg wakker. Ik had overigens ook veel afspraken dit weekend. Mijn zus kwam langs met haar zoontje. Supergezellig, maar het was me eigenlijk teveel. Avondeten verzorgen, kids naar bed, slaapplekken organiseren, ontbijt regelen, hapjes maken...
De volgende dag kwamen vrienden langs. Supergezellig, maar ja, je raadt het al: ik had de energie niet. En dan zou ik eigenlijk af moeten zeggen. Pas op de plaats moeten maken, maar nee. Ik ga net zolang door tot ik echt op ben.
Zondag had ik nog een kinderverjaardag. En daarna: helemaal niks.
Ik heb op bed gelegen, de kids dan maar op de schermpjes. En gedurende de dag voelde ik ineens: er komt wat rust in mijn lijf.
Gisteren ben ik gaan sporten. Dat was te zwaar. Mijn hele lijf deed zeer. Ik had de rest van de dag leeg gepland en ben op bed gaan liggen. De kids waren weg, naar hun papa.
De ruimte en rust die ineens ontstond was heerlijk.
Weer in beweging
Na een tijdje gelegen en geslapen te hebben kreeg ik weer de kriebels. Hup, eruit, en nog even naar de tweedehandswinkel.
Mijn ex belde. Ik zou de spullen van de kids nog even afzetten.
Hij zei: “Ik kan ze ook wel even bij jou ophalen, dat is makkelijker.”
Ik zei: "Nee, ik heb het al in de auto. Ik kom wel naar jou."
Hij: "Nou, ik wilde even met je kletsen."
Ik dacht: O god, wat nu?
Ik vroeg: “Kan dat bij jou, of is het iets wat de kids niet mogen horen?”
Het viel stil.
Ik zei: “Zeg nou even duidelijk wat je wilt. Ik snap het niet. Is er iets?”
Ik hoorde gesnik aan de andere kant van de lijn, en toen: “Ik voel me gewoon even heel verdrietig.”
Ik: “Oh jeetje. We kunnen wel praten, ik kom naar huis. Wacht daar op me.”
Eenmaal thuis aangekomen zat hij al op het bankje te wachten. Ik gaf hem een knuffel en we namen wat te drinken. Hij begon weer te huilen en gaf aan dat hij weer last had van paniekaanvallen, dat hij niet goed wist waar het vandaan kwam en dat hij ook niet goed wist waarom hij naar mij toekwam.
We hadden een fijn gesprek. Een open gesprek. Hij stelde zich erg kwetsbaar op.
Gaf aan dat hij soms het gevoel had dat hij te snel was gegaan. Te snel een relatie, te snel samenwonen. Hij had misschien langer alleen moeten blijven.
Het leven met zijn nieuwe vriendin was zeker fijn, maar ze was zo anders dan ik.
En daar moest hij aan wennen.
Ik snap dat helemaal. Ik denk ook dat hij te snel is gegaan. Misschien uit angst om alleen te zijn. Maar het feit dat hij er zo over sprak, maakte het ineens heel echt. Hij gaf aan dat hij het miste om met iemand zo te praten. Dat hij met zijn vrienden niet echt zo over zijn gevoel kon praten. En met zijn vriendin heeft hij zeker goede gesprekken, maar dit soort dingen zijn toch lastige en gevoelige onderwerpen.
Nou weet ik niet of ik de uitgelezen persoon ben om wel dit soort gesprekken mee te voeren, maar goed ik vind dat dat zijn eigen verantwoordelijkheid is. We hebben afgesproken dat we zo af en toe samen een hapje gaan eten. Gewoon, om even bij te kletsen en over dit soort dingen te praten.
Vrij zijn en andere keuzes maken
Het voelde goed. Toen hij weg was, voelde ik ineens minder twijfel over mijn eigen leven. Misschien heel flauw, maar ergens maakte het me blij dat ik mijn vrijheid heb. Niet gelijk ben doorgestapt en mijn eigen keuzes maak zonder partner.
Begrijp me niet verkeerd, ja, ik voel me soms eenzaam. Ja, ik mis een lijf tegen me aan. Een gemeenschappelijkheid. Het leven alleen voelt soms zwaar, het pad is niet makkelijk.
Ik mis H. (stom, hè). Ik hunker naar liefde.
Maar ja: het is niet zo zwart-wit. Het hebben van een relatie is niet altijd zaligmakend. Het kan je zeker happy maken, maar eerlijk: ik moet mezelf gelukkig maken.
Toen mijn ex weg was gisteren dacht ik bij mezelf: Waar word ik eigenlijk gelukkig van? Hoe kan ik mezelf op dit moment gelukkig maken?
Toen ben ik gaan dansen, midden in de woonkamer. Ik voelde me ineens een stuk energieker dan ik me de afgelopen week heb gevoeld. Mindset.
Vandaag appte ik naar mijn ex dat hij goed voor zichzelf moet zorgen. Als hij het wilde dan sta ik voor hem klaar. Als vriend. Laat dat duidelijk zijn. Maar wel één die ik ken van haver tot gort.
En andersom.
En de vader van mijn kinderen.
Ondanks zijn verdriet heeft het ook iets moois.
Als je kwetsbaar durft te zijn, kan er verbinding ontstaan.
Dan kun je geven en iets betekenen.
Dat is fijn. Dat voegt iets toe.
Dat is de zin van het leven. Liefde. In welke vorm dan ook.
Kus, Sara






Opmerkingen