Als je kinderen een goede band krijgen met de nieuwe partner van je ex. Omgaan met jaloezie.
- Sara

- 21 aug
- 5 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 26 aug
‘Het is toch juist fijn dat de kinderen een goede band met haar hebben?’
In elk gesprek komt het terug. En ja, natuuuuurlijk vind ik het fijn dat mijn kinderen een goede band hebben met de nieuwe vriendin van mijn ex. Ze is lief, zorgzaam en staat ook echt voor ze klaar. Maar toch vind ik het soms ook lastig.
Afgelopen zondag kwamen de kinderen na 2,5 week weer naar mij. Mijn zoon, zoals altijd, kwam enthousiast binnen. Hij gaf me een dikke knuffel en ik merkte dat hij blij was dat hij weer bij me was. Mijn dochter zag ik al aankomen. Donderwolkje. Ze wilde niet. Ze wilde bij papa blijven. Bij papa of bij Nina, vroeg ik me af (ik noem haar even zo, want ze heeft in het echt ook echt zo’n lieve zachte naam).
Maar goed. Mijn dochter kwam aan, gezicht op onweer, maar met haar haren helemaal ingevlochten. Er zaten wel 10 vlechten in. Kleine vlechtjes vervlochten tot grotere vlechten. Met kraaltjes erin. Ik moet zeggen: het was een plaatje. Een kunstwerk.
"Nina is er de hele middag mee bezig geweest", aldus mijn ex trots.
Ik doe mijn best om vrolijk te zijn, want ik bén het ook echt. Maar het humeur van mijn dochter en haar kunstwerk maken dat het toch even slikken is. Wil ze soms liever bij Nina blijven? Doet zij leukere dingen met haar? Heeft ze me nog nodig?
“Niet toelaten die gedachtes, Sara,” sus ik mezelf in mijn hoofd. “Je weet best dat jij de mama bent.”
Gelukkig werd mijn dochter enthousiast toen ze zag dat ik voor een nieuwe hobby enorm veel sieradenaccessoires had gekocht. Ze ging blij een kettinkje voor zichzelf samenstellen. Mooi, dacht ik. We beginnen dan gewoon weer goed.
Ik ben niet zo'n doe-moeder
Ik kletste nog wat met mijn ex. We spraken over Nina. “Ja, zij kan echt zo goed met de kinderen. Ze is het ook gewend natuurlijk met haar beroep. Ze kan echt de hele dag met de kinderen spelen en knutselen en fröbelen.”
Ik voel weer een steek. Dit is een gevoelig punt. Ik ben niet zo’n doe-moeder. Ja, ik ben een doe-het-lekker-zelf-of-samen-met-je-broer/zus-moeder. Ik speel even mee, help ze op gang, ga met ze naar leuke activiteiten. Maar dan moeten ze het echt zelf doen. Ik ga één of twee keer mee van de glijbaan, zwem wat rond en ga dan op mijn bedje liggen. Ik stal alle knutselspullen uit en wens ze veel plezier.
Ik heb me regelmatig schuldig gevoeld als ik andere moeders of vaders enthousiast urenlang mee zag spelen. Voor mij voelt een kwartier soms al lang. Ik ben gewoon niet zo’n meespeelmoeder. En Nina dus wel. En mijn dochter is er gek op. Logisch. Maar ik vind het rot. Ik kan doen alsof, maar het is niet mijn beste kwaliteit.
Goed. Hardnekkig probeerde ik vervolgens dit idee los te laten. Jaloerse gevoelens die boven kwamen drijven. Bijna concurrerend.
Het is mijn dochter. Nogmaals; laat het los, Saar.
Jaloezie en onzekerheid: ben ik wel genoeg?
De dag erna wilden we ’s middags zwemmen. Mijn zoon wilde per se een waterdicht hoesje voor zijn telefoon ophalen bij mijn ex. Nou, vooruit. We fietsen er wel even langs voordat we naar het zwembad gaan. Nina was thuis en deed open. Mijn dochter stapte van de fiets, rende op haar af en knuffelde haar alsof ze haar weken niet had gezien. Ik stond met mijn fiets tussen mijn benen wat ongemakkelijk te lachen en vrolijk te zwaaien. Ik keek naar het tafereel en weer voelde ik dezelfde emoties.
Kak.
Nou ja. Ik sta erboven, houd ik mezelf voor. Ik vergeet de constante spraakverwarring van Nina met mama: “Ninaaaaa, oh nee, Mama haha.” Ze zijn natuurlijk ook 2,5 week bij hen geweest. Even wennen weer.
’s Avonds bij het eten gaat het toch mis. Mijn kookkunsten worden vergeleken met die van Nina. Ik schiet uit mijn slof omdat mijn zoon zijn glas melk zo vol schenkt dat alles over de tafel stroomt. Ik probeer rustig te blijven en leg uit dat mama een beetje moe is na de hele dag, en dat ik dan soms wat kort kan reageren." Ik zeg sorry.
"Nou,” zegt mijn zoon, “vandaar dat je de hele dag chagrijnig bent.”
Ik voel me beledigd. “Dat is niet waar,” zeg ik. Ik ben in de war. Ik probeer een goede moeder te zijn en boven al die emoties te staan, stabiel te zijn. Maar vanbinnen ben ik boos en teleurgesteld. Ik loop even weg. Weet niet goed hoe ik dit nu volwassen aan moet pakken.
Ik sta op de gang en de tranen prikken achter mijn ogen. Gedachtes vliegen me aan:
ik kan het niet alleen. Ik voldoe niet als moeder. Ik word net als mijn eigen moeder, een egoïstisch kreng.
Een eerlijk gesprek met mijn kinderen
Goed. Ik herpak mezelf. Loop terug naar de eettafel. Mijn kinderen voelen de sfeer goed aan. Er ligt ineens een groot hart op mijn bord.
“Omdat ik zoveel van je hou,” zegt mijn dochter, terwijl ze me met grote ogen aankijkt.
Ik ontspan en besef: er is maar één weg. Dat is mijn eigen weg.
Ik zeg tegen de kinderen: “Mama vindt het soms een beetje lastig, omdat mama het goed wil doen en ik wil dat jullie het fijn hebben bij mij. Ik wil graag dat, als je geen zin hebt om naar mama te gaan of als er soms dingen zijn die je lastig vindt, je dat kunt zeggen. Mama zegt het nu ook tegen jullie. Mama is alleen, papa is met Nina. Papa en Nina hebben elkaar en dat is soms wat makkelijker. Misschien ook wel fijner. Maar ik wil dat jullie weten dat mama heel blij is als jullie er zijn, en dat ik er alles aan wil doen om het samen fijn te hebben. Als je voelt dat het voor jou anders is of voelt, zeg het dan. Dan kunnen we saampjes kijken hoe we het leuker of beter kunnen maken.”
Mijn dochter zei toen dat ze geen zin had om steeds heen en weer te gaan. “Ik heb het idee dat ik steeds weer weg moet. Maar mijn kamer is hier groter en bij papa kleiner. Maar daar is het soms makkelijker.”
Mijn zoon zei dat hij het allemaal prima vond.
Oké, ik weet niet of het helemaal verantwoord is wat ik zei, maar het voelde alsof er een last van mijn schouders viel.
Ik weet: ik ben mezelf, ik ben deze mama, en voor mijn kinderen is dat alles wat nodig is.
Die nacht voel ik, terwijl mijn zoon naast me slaapt, ineens de zachte handjes van mijn dochter over mijn arm. Ze staat naast mijn bed: “Mama, ik kan niet slapen.”
“Kruip er maar bij.”
En terwijl ik daar lig, in het donker, mijn zoon links en dochter rechts van me, voel ik de enorme liefde in de kamer.
Dit.
Dit is zoals het moet zijn.
En het is perfect.
Kus, Sara






Opmerkingen