Waarom lukt het me niet om gelukkig te zijn, terwijl in principe alles meezit?
- Sara

- 10 jul
- 4 minuten om te lezen
Ik betrap mezelf de laatste tijd steeds vaker op dezelfde vraag. En nee, het is geen schreeuw om aandacht of dramatische zelftwijfel. Het is gewoon een eerlijk vraagstuk dat door mijn hoofd spookt. Mijn leven, nu bijna anderhalf jaar na de scheiding, komt in rustiger vaarwater. Ik heb een eigen huis. Een goede baan. Lieve kinderen. Mijn lijf doet wat het moet doen.
Als je het van buitenaf bekijkt, zou je misschien zeggen: die meid heeft haar zaakjes op orde.
En toch… is er een soort leegte die af en toe ineens opduikt. Een onrust van binnen, alsof ik op iets wacht dat niet komt. Ik merk dat mijn stemming nog te vaak afhankelijk is van bevestiging van buitenaf. Een appje, een spontane uitnodiging, een leuk vooruitzicht. Het voelt dan alsof mijn leven weer even ‘aan’ staat.
Alsof ik besta.
Maar als het stil blijft…Als er even niks in het verschiet ligt, geen plannen, geen nieuws, geennotificaties op mijn scherm, dan komt de leegte. Alsof ik nergens naartoe beweeg, alsof er geen doel is. Alsof ik, ondanks alles wat er wel ís, toch iets mis.
Herken jij dat ook?
Die afhankelijkheid van iets buiten jezelf om betekenis te ervaren? Ik kijk om me heen en zie mensen die lijken te leven van hoogtepunt naar hoogtepunt. De ene stedentrip na de ander. Een nieuwe auto, verbouwing, stedentrip, reizen naar tropische en verre bestemmingen, hippe kleren. Alsof we collectief de leegte proberen te bezweren met plannen, projectjes, uiterlijkheden en prestaties.
Maar wat nou als het stil is? Kan je dan ook gelukkig zijn? Ik denk dat we dat stiekem massaal moeilijk vinden.
Ik in elk geval wel.
De afgelopen weken probeer ik bewuster te leven. Ik mediteer. Lees veel. Sta vaker stil bij wat ik voel. En het confronterende is: ik voel dat ik nog steeds aandacht wil.
Bevestiging. Een spiegel waarin ik kan zien dat ik er toe doe.
Er mag zijn.
En ja, ik wéét dat die bevestiging uit mezelf zou moeten komen. Maar tussen weten en voelen zit een wereld van verschil.
Confronterend
Gisteren ging ik uit eten met een kennis. Iemand die ik normaal alleen zie op feestjes, nooit echt gesproken had. Hij vroeg of ik zin had om iets te gaan eten. Ik zei ja, maar onder één voorwaarde: puur vriendschappelijk. Dat was vanzelfsprekend, zei hij.
De avond was gezellig, maar ook… pijnlijk. Hij stelde me welgeteld één vraag: hoe het nu met me ging sinds de scheiding.
Daarna ging het over hem. Over zijn werk, zijn ambities, zijn plannen, zijn dates. Ik stelde vragen, luisterde, haakte aan. Maar van wederkerigheid was geen sprake.
Toen ik thuis was, het was nog maar half tien, voelde ik me leeg.
Niet omdat hij stom was, of onaardig, maar omdat ik had gehoopt op méér.
Een gesprek dat me zou prikkelen. Inspireren. Raken. En dat gebeurde niet.
En dat raakte me meer dan ik wilde toegeven.
In de auto vroeg ik me af: Waarom voel ik me zo leeg na een avond die in principe gewoon prima was?
Het antwoord was pijnlijk helder.
Ik had gehoopt dat hij mijn glaasje zou vullen.
En dus vroeg ik me af: kan ik dat eigenlijk zelf? Mijn eigen glaasje vullen?
Mijn eigen aanwezigheid genoeg laten zijn?
Thuis liep ik nog een rondje in de buurt. Geen muziek, geen podcast. Gewoon stilte. En halverwege kwam ik mijn moeder tegen op haar scootertje. Kan geen toeval zijn denk ik.
Ze was zo blij me te zien en stopte.
Ik zei: ‘Mam, zin in een wijntje? Ik voel me leeg.’
We dronken samen iets, en ik vertelde over hoe ik me soms zo alleen voel in mijn gedachtes.
Alsof ik verdwaal in mijn hoofd. We kletsten een uur lang.
Ik denk veel na over het leven, over zingeving, liefde, over mijn plek. Over de honger naar verbinding. Maar juist doordat ik zo reflecteer, voel ik me soms afgesneden van de mensen om me heen.
Wie denkt er ook zo?
Wie durft de leegte aan te kijken zonder haar meteen vol te plannen?
Mijn ex zei laatst:‘ Voor jou wordt het lastig om iemand te vinden die genoeg weerstand biedt.’
En die kennis zei gisteravond:‘ Jij bent gewoon niet de makkelijkste (en dan bedoel ik dat niet negatief).’
Ik hoorde het en dacht: dus nu ik mezelf word, ben ik weer te veel?
Misschien is het tijd om even niet te zoeken. Niet naar liefde. Niet naar invulling. Niet naar betekenis. Niet naar bevestiging van anderen.
Maar gewoon even te zijn.
Dat klinkt mooi, spiritueel haast. Maar de werkelijkheid is rauwer.
Gewoon zijn is confronterend. Stil staan is oncomfortabel, haast saai.
Niet weten voelt kwetsbaar.
Maar misschien is dát precies de oefening.
Om in het ongemak te blijven zonder het meteen op te lossen. Om de leegte niet te vullen, maar te verdragen. Om je eigen aanwezigheid te leren dragen met zachtheid, zonder afleiding.
Ik weet het allemaal nog niet.
Maar ik weet wel dat ik niet de enige ben.
En misschien is het precies dát besef dat we allemaal op onze eigen manier met deze vragen worstelen wat ons uiteindelijk toch met elkaar verbindt.
Kus, Sara






Opmerkingen