Is het lot van mijn moeder ook het mijne?
- Sara
- 19 mrt
- 3 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 8 apr
Ik heb mezelf voorbij gerend. Als een olifant door een porseleinkast, en nu voel ik de scherven pas. De afgelopen weken heb ik mezelf ondergedompeld in actie. Nieuwe plannen, nieuwe ideeën. Ik begon een webshop. Weer zo’n impuls. Maar dit keer ging ik all-in. Avondenlang achter mijn scherm. Dagen. En ineens vroeg ik me af: ben ik verslaafd aan dopamine? Altijd op zoek naar de volgende high van iets nieuws, iets wat me bezighoudt, mannen, werk, als is het maar iets waardoor ik niet hoef stil te staan. De leegte, de stilte is de vijand. Want terwijl ik mezelf in duizend projecten stort, speelt er op de achtergrond iets wat ik liever niet voel.
Mama
Mijn moeder is ziek. Alzheimer. Ze is jong nog, 66 jaar. En dat is natuurlijk verdrietig. Maar mijn moeder is ook een moeilijk persoon. Dan blijft het nog steeds verdrietig, maar anders verdrietig. Al sinds de scheiding van mijn ouders, ik was twaalf, worstelt ze met borderline-achtige klachten. Labiel, depressief, onvoorspelbaar. En terwijl ik dit schrijf, voel ik de neiging om haar in bescherming te nemen. Want, hey, het is toch je moeder? Maar ik heb veel met haar te verduren gehad. Afwijzing, scheldpartijen, negeren, blokkeren.
Toen ik eindelijk besloot: genoeg. Ik trek dit niet. Trok ze me weer terug. Manipuleren ja, dat kan ze goed. Ze dreigde er al mee. Een overdosis. Nee, niet zoveel dat ze echt dood zou gaan. Maar genoeg om de aandacht te trekken. Crisisdienst, ambulance het hele arsenaal kwam erbij. En ik wist: dit is alleen voor de aandacht. Maar wie laat zijn moeder nou in de steek na zoiets?
De tweede keer dat ze dit deed, was ik zwanger. Ik stond in de lift, onderweg naar haar. Ze had weer te veel pillen geslikt. Na een ruzie met mij. Mijn vader en zus woonden te ver weg. Ik had geen keuze. Ik moest erheen. Alles in me schreeuwde nee. Mijn voeten voelden als lood. Hoe moest ik me gedragen? Hoe deed ik alsof ik geschrokken was? Alsof ik een goede dochter was?
Ik kwam aan. De ambulancebroeder liet me binnen, keek me bezorgd aan. In de slaapkamer lag ze. Helemaal duf van de medicatie. ‘Oooo, daar is mijn meisje. Wat ben ik blij dat je er bent.’
Ik wilde wegrennen. Of haar toeschreeuwen hoe oneerlijk het was dat ik hier moest zijn. Dat ik haar haatte dat ze dit deed. Dat ze mij dit aandeed. Maar ik deed niks. Ik ging naast haar zitten. Ik ging mee naar het ziekenhuis.
Alzheimer
Jarenlang was het trekken en duwen. En toen begon ze dingen te vergeten. Alzheimer. Eerst subtiel, toen steeds erger. In sommige opzichten maakte het de omgang makkelijker. Maar ze kan nog steeds manipuleren, nog steeds geen verantwoordelijkheid nemen. En ik voel me verplicht om te blijven.
Tot nu.
Voor het eerst heb ik tegen mijn zus en vader gezegd dat ik afstand neem. Voorlopig. Voor haar en voor mezelf. Want ik voel hoe ik in een houtgreep zit, vastgeklemd door oude pijn en onverwerkt verdriet. Voor de leugens, de emotionele chantage. Voor de moeder die ze nooit voor me was. Die ze niet kon zijn. Haar eigen trauma’s waren te groot. En dat is moeilijk voor haar. Maar ook heel moeilijk voor mij. Ik heb een moeder gemist. Een voorbeeld.
Ze zei altijd: ‘Vrouwen trekken altijd aan het kortste eind. Mannen hebben het makkelijk. Wacht maar als jij zo oud bent als ik, dan voel je het wel. Wacht maar tot jou het overkomt. Misschien heeft ze gelijk. Maar hoe zij in het leven stond, hoe zij zich verloor in haar verdriet, dat jaagt me angst aan. Lang dacht ik: als vrouw alleen kun je nooit gelukkig zijn. Maar langzaam voel ik dat dat misschien niet waar is. Dat ik niet mijn moeder ben. Dat haar perspectief niet het mijne is, haar keuzes anders waren. Dat haar beschadigde ziel niet hetzelfde is als mijn ziel. Ze riep altijd ‘jij en ik lijken zoveel op elkaar. En ik dacht dan, ja dan ben ik dus hetzelfde als jij.’ Ongelofelijk hoeveel impact de woorden van ouders hebben op een kind. Dat gaat ver. Diep.
Loskomen van je moeder. Het is moeilijker dan ik dacht. Maar ik ben niet haar. Niet haar keuzes, niet haar wanhoop. Ik ben licht. Ik ben vrij.
Het is moeilijk. Ik zou willen dat het anders was, maar dit is wel mijn pad. Dat we nu geen contact hebben is goed. Het is niet voor eeuwig. Ik laat haar toch niet in de steek. Niet nu. Maar ik kan nu even niet anders. Ik heb ruimte nodig.
Het is nu een verhaal geworden en ik heb niet eens geschreven over de rest. De volgende keer schrijf ik weer over de andere dagelijkse beslommeringen die me bezighouden goed? Zoals Lars (die niet opgeeft) en over de twee vakanties die ik heb geboekt. Ja, echt ja, ik heb het gewoon gedaan. Super spannend en eng tegelijk.
Ik schrijf snel weer. Echt.
Kus.
Comments