Drugs na je veertigste?
- Sara
- 5 mei
- 4 minuten om te lezen
En het ging dus ook weer voorbij. Die onrust. Dat moment van je alleen voelen, alsof je even niet meetelt. Alleen, dit keer duurde het wat langer dan ik hoopte. Vrijdagavond had ik mijn moeder gevraagd om te komen eten. We proberen onze band langzaam weer wat op te bouwen. Een tijd lang had ik bewust geen contact met haar. Ik had ruimte nodig, even tot mezelf komen (lees blog: is het lot van mijn moeder ook het mijne?).
Maar helaas kwam ze niet opdagen. Ze was het vergeten. Ik had eten gemaakt, op haar gerekend. Toen ze niet reageerde op mijn telefoontje, voelde ik frustratie. En ook teleurstelling. Heel eerlijk: haar komst was deels opvulling voor mijn eigen stilte. Egoïstisch? Ja, misschien wel. Maar er zat ook iets anders achter: een schuldgevoel. Ze is ziek, en ik heb vaak het idee dat ik méér zou moeten doen.
Uiteindelijk belde ze terug.
Ze zei dat ze in slaap was gevallen. Er ontstond een discussie via WhatsApp en later aan de telefoon. Ik voelde me onbegrepen en zij verviel in haar vertrouwde rol: slachtoffer van alles. Dat patroon is bekend. En vermoeiend.
Rond half tien ’s avonds voelde ik: ik moet íets doen. Dus ik trok mijn schoenen aan, deed mijn airpods in en begon te lopen. Langs de straten, de huizen, met muziek in mijn oren. Ik voelde hoe ik langzaam weer een beetje bij mezelf kwam. Ik kreeg zin om mee te zingen, te dansen. Maar ja… klein stadje. Iedereen kijkt. Dus ik hield me in, een beetje. Maar niet helemaal.
Want als niemand kijkt, spring ik wél op dat muurtje. Balancerend naar het eind. En dan spring ik er met een stiekeme glimlach af, snel kijkend of iemand het gezien heeft. Tsja. Moet ik daar meer schijt aan hebben? Waarschijnlijk wel. Maar ergens is dit ook al heel erg lekker.
Tegen het einde van mijn wandeling voelde ik me bijna bevrijd. Een ander mens. Waar ik in het begin nog dramatische klassieke muziek luisterde, draaide ik op het eind juist krachtige nummers. Muziek die me oplicht. Me optilt. Eenmaal thuis nam ik een lange, hete douche en viel als een blok in slaap.
Zaterdag
De volgende dag was opnieuw zo’n lege dag. ’s Avonds was ik uitgenodigd voor een feestje, maar ik twijfelde. Mijn ex zou er zijn, met zijn vriendin. En soms heb ik geen zin in die confrontatie.
Ik besloot alles los te laten. Geen plannen. Geen controle. Ik voelde zin om te zwemmen, dus trok ik baantjes – drie kwartier lang. Daarna ging ik nog even naar de tweedehands winkel. Iets in het struinen daar ontspant me altijd. En ineens kreeg ik een appje van Utrecht: of ik zin had om in de middag te gaan wandelen, bij mij in de buurt.
Ik dacht: ja, waarom niet?
Het contact met hem blijft leuk. Nog geen sprake van vonken of verliefdheid, maar het is gezellig. Vriendelijk. En misschien is dat wel verfrissend. Eerder date ik vaak mannen met een soort jachtinstinct, alles draaide om die eerste klik, die seksuele spanning. Dat dit nu anders gaat, vind ik ergens wel interessant.
We wandelden. En het was echt mega gezellig. We kletsten non-stop. Hij stelde voor om daarna nog sushi te eten en dat deden we. Hihi, je weet ik hou van sushi!! De sfeer was ontspannen, licht, fijn. En ineens... voelde ik iets. Een kleine vonk, een blik, een kriebel? Het zal toch niet? Oef.
Hij had die avond een feestje, en ik had inmiddels besloten tóch ook naar het verjaardagsfeestje te gaan. Dus we rekenden af, of nou ja, ík rekende af (hij was zijn pinpas vergeten, daar vind ik iets van, maar oké) en hij zette me thuis af. Geen kus dit keer. Maar er was wél iets ontstaan. En blijkbaar voelde hij dat ook, want kort daarna kreeg ik een bericht: ‘Ik vind je een heel gezellig en leuk iemand. Vond het echt heel fijn met je.’ En dat gevoel was wederzijds.
Maar ja… toen kwam het feestje.
Rond middernacht stuurde hij dat hij wat drugs had genomen. En dat is iets wat ik weet van hem, dat hij dat vaker doet. Het was het laatste wat ik die avond van hem hoorde. De volgende dag, pas tegen de avond, stuurde ik een berichtje. Hij appte terug dat hij net naar huis ging, was de hele dag én de volgende dag doorgegaan. Hij baalde een beetje van zichzelf. Had het leuk gehad, maar zei dat hij eigenlijk liever de tijd met mij had doorgebracht. Dat het toch niet helemaal goed voelde.
En ik dacht: ja, je bent 41.
Dat klinkt streng misschien, maar ergens voelde het ongemakkelijk. Alsof hij zichzelf moeilijk in de hand heeft. En begrijp me niet verkeerd, ik wil écht niet te snel oordelen. We zijn allemaal mensen. Maar ik ben 38. Ik heb twee kinderen, ik draag verantwoordelijkheid. En ook al heb ik vroeger ook weleens drugs gebruikt, dit soort uitspattingen daar voel ik niet veel meer voor. Een pilletje op een festival ok, maar zo ver gaan. Hmmm. Het is niet wat ik voor mezelf wil.
We hebben het er eerder over gehad. Hij vertelde dat hij in een sociale kring zit waar dit soort dingen de norm zijn. Dat hij er soms ook moe van wordt. Dat hij juist behoefte heeft aan meer rust. Maar de druk is groot. Hij vindt het lastig. En ik snap het, echt. Maar mijn leven ziet er totaal anders uit.
En ja, misschien is het nog veel te vroeg om dit soort dingen te wegen. Maar ik vraag me wel af: passen onze levens straks bij elkaar? En is dat belangrijk op dit moment? Of moet ik juist nog meer proberen om zonder oordeel te kijken?
Voor nu heb ik besloten: ik laat het op me afkomen.
Met een open blik. Zonder verwachting. Zonder alles direct in hokjes te duwen. Want: ik wil absoluut niet dat iemand verandert voor mij. Hij moet zichzelf mogen zijn. Ik weet als geen ander hoe rot het is als je het gevoel hebt niet goed genoeg te zijn of dat je jezelf moet veranderen. Maar als dit zijn levensstijl is, dan heb ik toch het recht om te bedenken of dat wel past bij mij?
Wat vinden jullie?
Sinds gisteren zijn de kinderen weer bij mij. En ik merk hoe fijn ik dat vind. Ik heb ze echt gemist. Week van de structuur en ritme in 3, 2, 1……go 😊
Kus, Sara
Comments