top of page
  • Black Instagram Icon

Teruggeslingerd in de tijd

  • Foto van schrijver: Sara
    Sara
  • 26 jun
  • 6 minuten om te lezen

‘Ben je lekker wezen zwemmen van de week?’


Ik liet de telefoon zowat uit mijn handen vallen.

Ken je van die cartoons waarbij de ogen letterlijk uit de kassen springen en ze ze dan handmatig weer terugduwen? Nou, dat gevoel was het.

Ik denk dat het er bijna ook zo uitzag.


Afgelopen dinsdagochtend. Ik zat op kantoor toen het berichtje binnenkwam op mijn werk-WhatsApp. Ja, ik weet het, ik had hem dus niet overal geblokkeerd. Een bericht van H.

Na vijf maanden radiostilte.


Good heavens, wat er door me heen ging was onbeschrijfelijk. Ik heb echt een paar keer moeten kijken om het tot me door te laten dringen. Ik dacht dat ik nooit meer iets van hem zou horen. Maar hé, wat zeggen ze: ‘Ze komen altijd terug.’ En zie daar: het bewijs.


Enfin. En nu? Wat ga ik terugsturen? Ga ik überhaupt iets terugsturen?

Ik stuurde een screenshot naar mijn zus.

‘Hou je vast. Het is H.’

‘Neeeeeeeeeeeeeeeeeee, hoe dan? Hij heeft je dus gezien.’


Goed, we appten wat heen en weer. Ik dacht ondertussen na. Ik besloot om hem net zo lang te laten wachten tot ik rustig was en een plan had bedacht.


Na drie uur stuurde ik: ‘Klopt. Ik was daar. Hoop dat alles goed met je gaat.

Hij reageerde: ‘Ja alles goed, meis. Met jou?

Ik stuurde: ‘Prima, dank je.’

Hij: ‘Ik reed voorbij en zag je.’

Ik: ‘Waar?

Hij noemde de locatie.

Ik reageerde niet.

Hij stuurde: ‘Ik kwam bij mijn boot vandaan en je stond bij je auto met bolderkar.

Ik dacht: lekker sexy ook, met bolderkar. Maar goed. Ik was er zondag geweest. Met de kids. En bolderkar. Ik heb hem niet gezien.

Ik stuurde terug: ‘Oké.’


Daarna bleef het stil. Het was duidelijk: hij is de temperatuur van het badwater aan het testen. Ik voelde direct dat ik werd teruggeslingerd in de tijd.

Maar tóch voelde het ook anders.


Afspreken

De afgelopen maanden heb ik een ontwikkeling doorgemaakt. Ik ben gegroeid. Sterker geworden. Ik weet: ik ben goed zoals ik ben. Ik neem niet meer genoegen met minder. Ik wil niet meer achter gesloten deuren. Ik ben het waard om gezien te worden.


De volgende dag kreeg ik aan het einde van de ochtend weer een berichtje van hem: ‘Waarom ben je nou eigenlijk zo boos op mij?


Ik stuurde dat ik best met hem wilde praten, maar niet over de app. Als hij ervoor openstond, konden we afspreken. Als hij het niet wilde, ook prima, maar dan wilde ik het hierbij laten.


Hij stuurde direct: ‘Oké, dat is goed. Ben je nu thuis?

Ik dacht: daar gaan we weer. Ik zei dat ik niet thuis wilde afspreken.

Hij vroeg waarom. Ik kon het niet laten en zei dat ik ergens wilde afspreken waar ik niet op het aanrecht of de keukentafel zou belanden.


Lachen natuurlijk. Het ijs was gebroken. Daar zijn we weer. Terug bij af. Of toch niet helemaal?


We spraken af. Gisteravond. Om een stuk te gaan wandelen. En te praten. Dat hebben we gedaan. Ik wilde hem vertellen hoe ik alles ervaren heb. De hele verhouding tussen ons. De verwarring die hij schepte, het verlangen dat ik had en dat ik niet meer op deze manier door wilde. Ik ging er niet in met de verwachting of hoop op een serieuze relatie. Ik wist en voelde dat dat er gewoon niet in zou zitten. Maar ik wilde het horen van hem. Waarom niet? Waar ligt het aan?


Kwart voor zeven.

Ik rijd de parkeerplaats op bij het bos. Hij stond er al. Had net gepadeld. Hij zag er onweerstaanbaar uit. Ik had een route uitgekozen van 6,5 km. Dan hebben we mooi anderhalf uur.

Dan kan hij niet weglopen.

Ik wilde niet weer in zijn agenda gepropt worden.

We kletsten eerst over werk en andere zaken.


Na een tijdje moest het er toch van komen. ‘Nou, vertel,’ zei hij.

Ik begon over het incident bij de voetbal (lees blog: Hoe doe ik dat eigenlijk? Dat ‘helen’?).

Dat hij mijn ex had aangesproken om excuses te maken voor de hele affaire tussen ons. Ik stelde de vraag eerst terug en vroeg waarom hij die behoefte had gevoeld.


Het werd een pittig gesprek. Hij had er geen kwaad in gezien, had het simpel willen houden. Ik sprak hem aan op het feit dat hij stond te liegen en zijn straatje schoonveegde, en dat ik daar niet van gediend was. Ik zei dat ik het gemakzuchtig gedrag vond. En dat ik er behoorlijk door geïrriteerd was. Hij vond duidelijk dat hij er goed aan had gedaan. Hij wilde geen gedoe bij de voetbal.


Maar goed. Ik had me voorgenomen om eerlijk te zijn naar mezelf en het bruggetje te maken naar wat er écht speelde: mijn gevoelens voor hem.


Ik zei dat ik, naast dat ik geïrriteerd was, hem had geblokkeerd uit een stuk zelfbescherming. Ik heb hem verteld hoe het voor mij was dat hij, na twintig jaar relatie, mijn leven letterlijk instormde en alles overhoop haalde. Dat zijn acties mij verwarden, onzeker maakten, en dat ik me vreselijk afgewezen heb gevoeld.

Dat ik twijfelde aan mezelf, of ik wel goed genoeg, knap genoeg, leuk genoeg, goed genoeg in bed was.

En dat ik daar veel last van heb gehad.


Hij hoorde het aan.

Ik hoorde hem zuchten.

Hij ging stilstaan, pakte me vast, draaide me naar zich toe en zei: ‘Kijk me aan.’

Ik luisterde en keek hem recht aan.

Hij zei: ‘Sorry. Het spijt me. Ik heb je nooit willen kwetsen. Ik wil je geen pijn doen. Het is nooit mijn bedoeling geweest.


Ik zei: 'Ja, ja, ok.' 'Nee'. Zei hij. 'Hoor je me echt?'

Oké. Dat was fijn om te horen. Hij vond me mooi, heel mooi. Hij vond me lekker. Maar hij wilde geen relatie.

Ik vroeg: 'Waarom niet met mij? Waarom heb je het vanaf het begin geen kans gegeven?' Hij zei dat hij eigenlijk meteen een inschatting heeft gemaakt en dacht dat we andere dingen wilden. Had het over dat wij twee kapiteins zijn op één schip. Dat dat niet werkte.

Hij zei: ‘Jij wil een team zijn. Ik ben geen team. Ik doe mijn eigen ding. Mijn kinderen zijn goud, ik werk onafgebroken en veel. Ik zet me daarvoor in. Voor de rest kan alles me gestolen worden.


Hmmm. Oké. 'Maar je bent weer terug bij je ex.‘

'Half,’ zei hij. ‘Ik ben met haar op wintersport geweest. Zij vraagt niks van me. Ik leef mijn leven en zij dat van haar. Dat is makkelijk voor me.


Spanning, die eeuwige spanning

We kletsten verder. We waren allebei openhartig. Hij over zijn ex, verhuizing, werk, kinderen. Ik over mijn leven. We plaagden elkaar, de sfeer was goed. Maar natuurlijk was daar ook die seksuele spanning. Dat gaat als vanzelf. De chemistry is enorm. Er werd afgetast. Hoe ver kan ik gaan? De spanning steeg. We waren alleen in het bos. We raakten elkaar aan. Maar tegen alle aantrekkingskracht in, hield ik stand.

We gingen geen echte grens over. Daar ben ik blij om.


En nu? De kou is uit de lucht, maar het voelt nog niet alsof ik het heb afgesloten.

Het verlangen is er nog steeds. Maar ik ben trots op mezelf. Dat ik het gesprek ben aangegaan. Hoe spannend het ook was, geloof me. Ik heb mezelf laten zien.

Ben echt 100% mezelf geweest, heb verteld hoe het voelde, hoe ik het zag, en hij heeft geluisterd en gedeeld.

Het was oprecht.

Het was echt.

Hij is geen player. Of nou ja, niet voor mij.

Dit herstelt vertrouwen.

In mensen.

In mannen.

In mijn geloof dat we allemaal gewoon goed zijn.


Het enige wat ik mee kon brengen was mezelf. Zonder maskers. Zonder fake.

Zonder spelletjes.


En als je echt jezelf kunt zijn, kan een ander niet anders dan ook meebewegen.

En dat: dát is waar het om gaat: echte verbinding.


En hoe ik nu verder moet?

Ik weet het niet. Enerzijds voelt het alsof ik word teruggeslingerd in de tijd. Anderzijds voel ik dat ik stappen zet.


Mijn zus adviseerde: ‘Stap onder de waterval vandaan. Probeer de komende dagen vanuit een andere kant te kijken. Wat wil jíj, Saar? Waar voel je je goed bij?


Ik begin met het opschrijven van dit verhaal.

En nu: weer verder. Schrijven, nadenken, mediteren, reflecteren.

Maar vooral: vertrouwen op het leven.

Het brengt me dit.

Iedere situatie wordt aan me gepresenteerd. Het is mijn leerweg.

Wow. Heftig. Maar mooi, hè?


Never a dull moment.


Kus, Sara

 

Comments


@ 2025 Sara van Wijk

  • Instagram
bottom of page